Ga naar website navigation Ga naar artikel navigatie Ga naar inhoud

Sectie 1 Algemene informatie en belangrijke grondslagen voor financiële verslaggeving

Algemene informatie

NV Nederlandse Spoorwegen is gevestigd aan Laan van Puntenburg te Utrecht in Nederland (KvK nummer 30012558). De geconsolideerde jaarrekening van de vennootschap over het boekjaar 2021 omvat de vennootschap en haar dochterondernemingen (hierna te noemen Groep) en het belang van de Groep in deelnemingen en vennootschappen waarover gezamenlijk met derden zeggenschap wordt uitgeoefend. NV Nederlandse Spoorwegen is de houdstermaatschappij van NS Groep NV die op haar beurt de houdstermaatschappij is van de werkmaatschappijen die de verschillende bedrijfsactiviteiten van het concern uitvoeren. De cijfers van de geconsolideerde jaarrekening van NS Groep NV zijn gelijk aan de geconsolideerde cijfers van NV Nederlandse Spoorwegen. De werkmaatschappijen van NS Groep NV zijn opgenomen in noot 32. De activiteiten van de Groep betreffen voornamelijk vervoer van reizigers, beheer en ontwikkeling van vastgoed en exploitatie van stationslocaties.

De raad van bestuur heeft op 24 februari 2022 de jaarrekening opgemaakt. De raad van commissarissen heeft in het preadvies aan de Algemene Vergadering van Aandeelhouders geadviseerd de jaarrekening ongewijzigd vast te stellen. Raad van bestuur en commissarissen hebben op 24 februari 2022 toestemming gegeven voor publicatie van de jaarrekening. In de Algemene Vergadering van Aandeelhouders op 3 maart 2022 zal de vaststelling van deze jaarrekening aan de orde zijn.

Onder toepassing van artikel 2:402 lid 1 BW is in de enkelvoudige jaarrekening van NV Nederlandse Spoorwegen volstaan met een beknopte winst- en verliesrekening.

Acquisitie en verkopen van bedrijven

In 2021 hebben geen materiële acquisities of verkopen plaatsgevonden.

Belangrijke grondslagen voor financiële verslaggeving

Hierna volgt een uiteenzetting van de grondslagen voor consolidatie, de waardering van activa en passiva en de bepaling van het resultaat van de Groep. Deze grondslagen zijn in overeenstemming met IFRS, voor zover aanvaard door de EU en worden consistent toegepast op alle informatie die wordt gepresenteerd. Voorts wordt, voor zover van toepassing, voldaan aan de wettelijke bepalingen betreffende de jaarrekening zoals opgenomen in Titel 9 Boek 2 BW. Als waarderingsgrondslag hanteert de Groep het historische kostprijsstelsel, tenzij anders is vermeld.

In 2021 heeft de Groep latente belastingvorderingen en latente belastingschulden binnen de fiscale eenheid gesaldeerd opgenomen. Voor vergelijkingsdoeleinden zijn de vergelijkende cijfers over 2020 dienovereenkomstig aangepast. Deze saldering had voorgaande jaren al plaats moeten vinden, maar dit is niet materieel. Dit heeft geleid tot een verlaging van de latente belastingvorderingen én verlaging van de latente belastingschulden ultimo 2020 met € 93 miljoen.

Impact van corona en belangrijke (resultaat) ontwikkelingen

Corona heeft nog steeds een significante invloed op de financiële prestaties van NS. Het resultaat uit bedrijfsactiviteiten van de Groep is € 482 miljoen mede als gevolg van de vrijval van € 362 miljoen van de in 2020 getroffen voorziening voor beëindigingsvergoedingen in het Verenigd Koninkrijk (noot 29), de terugneming van de bijzondere waardeverminderingen in het Verenigd Koninkrijk voor per saldo een bedrag van € 80 miljoen en lagere afschrijvingslast in Nederland van € 149 miljoen in 2021 als gevolg van de bijzondere waardevermindering ultimo 2020. Het resultaat uit bedrijfsactiviteiten is hiernaast positief beïnvloed door overheidsbijdragen (noot 1). De overheidsbijdragen zijn hierna in de tabel weergegeven.

Het netto financieringsresultaat bedraagt - € 349 miljoen en wordt voor een belangrijk deel veroorzaakt door de afwaardering van een deelneming en leningen naar nul, kosten van de herstructurering en beëindiging van een aantal concessies en getroffen voorzieningen ten aanzien van garanties en afwikkeling van mogelijke andere aansprakelijkheden verband houdend met de insolventieprocedures in relatie tot Abellio Duitsland.

Er is een belastingbate geboekt van € 367 miljoen. Deze bate wordt, naast de reguliere belastingdruk, hoofdzakelijk veroorzaakt door:

  • het waarderen van latente belastingvorderingen tijdelijke verschillen en verliescompensatie in Nederland, die het gevolg zijn van de gewijzigde belastingregels in Nederland (onbeperkte verliescompensatie);

  • het waarderen van een latente belastingvordering met betrekking tot de beëindigingsvergoedingen in het Verenigd Koninkrijk. De inschatting van de Groep met betrekking tot de aftrekbaarheid van deze beëindigingsvergoedingen is gewijzigd ten opzichte van ultimo 2020, waardoor de vordering in 2021 gewaardeerd is.

De uitbraak van corona heeft ook in 2021 substantiële impact gehad op de Groep en wel als volgt:

  • Gedurende 2021 lagen, als gevolg van de landelijk afgekondigde maatregelen, het aantal reizigers en dus ook de reizigersopbrengsten nog steeds sterk onder het niveau van voor corona. NS heeft de dienstregeling (grotendeels) voortgezet, mede op expliciet verzoek van het ministerie van I&W. NS maakt gebruik van de maatregel van het ministerie van I&W waarbij zij aan de OV-sector als vitale sector een beschikbaarheidsvergoeding heeft toegezegd als compensatie voor de afname van reizigersopbrengsten voor de periode tot en met 31 augustus 2022. Voor de periode na 31 augustus 2022 worden nog gesprekken gevoerd met het ministerie van I&W. De beschikbaarheidsvergoeding bedraagt 93% van de kosten die in aanmerking komen voor de beschikbaarheidsvergoeding, verminderd met 100% van de gerealiseerde opbrengsten in de periode van 15 maart 2020 tot en met 31 augustus 2022.

  • In het Verenigd Koninkrijk hebben de concessieverleners Department of Transport (hierna: Dft) en Transport Scotland (hierna: TS) bij het uitbreken van corona de contractvoorwaarden voor Greater Anglia, East- en West Midlands en ScotRail tot en met 20 september 2020 gewijzigd middels zogenaamde “Emergency Measures Agreements” (hierna: EMA’s). Vervolgens heeft de concessieverlener Dft opvolging gegeven aan de termijn van de EMA’s met zogenaamde “Emergency Recovery Measures Agreements” (hierna: ERMA’s) voor Greater Anglia, East- en West Midlands en TS met een EMA2 voor ScotRail. Vervolgens zijn na afloop van deze contractvorm de contracten van West Midlands en Greater Anglia omgezet naar nieuwe ‘National Rail’ contracten per 19 september 2021. Voor East Midlands eindigt de ERMA in oktober 2022, waarna ook daar een ‘National Rail’ contract wordt aangeboden door het Dft. Door deze contractuele wijzigingen is het risico met betrekking tot de reizigersopbrengsten verlegd naar de concessieverleners. De huidige EMA van ScotRail loopt op 27 februari 2022 af, waarna met TS een overeenkomst inzake tijdelijke maatregelen (Temporary Measures Agreement) wordt gesloten, die tot 31 maart 2022 duurt.

  • Tot 30 juni 2021 zijn de resultaten van Abellio Duitsland geconsolideerd. De concessies betreffen zogenaamde brutocontracten, waarbij geen risico wordt gelopen over de reizigersopbrengsten en de financiële gevolgen van de coronapandemie relatief beperkt zijn. Over het eerste halfjaar van 2021 heeft Abellio Duitsland desondanks een verlies geleden vanwege hogere personeelskosten dan vergoed, een moeizame start van nieuwe concessies en boetes voor onder andere verslechterde punctualiteit waarvan de oorzaken buiten de invloedsfeer van Abellio liggen. Op 30 juni 2021 heeft de Duitse rechtbank het verzoek van het management van Abellio GmbH en haar dochtervenootschappen om "Schutzschirmverfahren” toe te passen goedgekeurd en is deze insolventieprocedure naar Duits recht voor ieder van deze rechtspersonen in gang gezet. Hierdoor zijn Abellio Deutschland en haar Duitse groepsmaatschappijen per 30 juni gedeconsolideerd. Met ingang van 1 oktober 2021 zijn, na goedkeuring van de rechtbank, definitieve insolventieprocedures gestart waarmee per entiteit een herstructureringsproces in gang gezet is. Het voorgaande heeft ertoe geleid dat NS als aandeelhouder per 1 oktober 2021 geen invloed van betekenis meer kan uitoefenen op Abellio GmbH en haar dochtervennootschappen. De Groep heeft een inschatting gemaakt van de verwachte uitstroom van middelen die voortkomt uit de beëindiging en afwikkeling van de activiteiten in Duitsland uit hoofde van haar rol als aandeelhouder. De Groep heeft hiervoor een voorziening getroffen die, met uitzondering van € 10 miljoen, ten laste van haar financieringsresultaat is getroffen (zie verder paragraaf deconsolidatie en noot 29 voorzieningen). Het restant is verantwoord in de overige bedrijfslasten.

Een nadere analyse van het resultaat is opgenomen in de paragraaf “Financiën in het kort” van het NS Jaarverslag.

De additionele bijdragen op concessiecontracten in binnen- en buitenland hebben de volgende impact gehad op de verantwoorde opbrengsten in 2021. Dit betreft voornamelijk de beschikbaarheidsvergoeding voor treingerelateerd vervoer in Nederland.

(in miljoenen euro's)

Opbrengsten

Additionele bijdragen overheden in verband met corona

2021

Treingerelateerd vervoer in Nederland

1.519

925

2.444

Stationsontwikkeling en -exploitatie in Nederland

355

15

370

Treingerelateerd vervoer in het Verenigd Koninkrijk

3.027

-

3.027

Busgerelateerd vervoer in het Verenigd Koninkrijk

267

-

267

Treingerelateerd vervoer in Duitsland*

378

-

378

Totaal opbrengsten

5.546

940

6.486

    

(in miljoenen euro's)

Opbrengsten

Additionele bijdragen overheden in verband met corona

2020

Treingerelateerd vervoer in Nederland

1.539

818

2.357

Stationsontwikkeling en -exploitatie in Nederland

376

24

400

Treingerelateerd vervoer in het Verenigd Koninkrijk**

2.860

-

2.860

Busgerelateerd vervoer in het Verenigd Koninkrijk

240

-

240

Treingerelateerd vervoer in Duitsland

744

-

744

Totaal opbrengsten

5.759

842

6.601

  • * De opbrengsten treingerelateerd vervoer in Duitsland betreffen het eerste halfjaar 2021 in vergelijking met een volledig jaar 2020
  • ** Door de nieuwe contractvormen in het Verenigd Koninkrijk kan niet meer worden gesproken over additionele bijdragen in verband met corona en wordt geen uitsplitsing gegeven. Voor de vergelijkbaarheid zijn de cijfers over 2020 aangepast. Hiervoor is een bedrag van € 2.037 miljard gereclassificeerd.

Naar aanleiding van de gewijzigde economische omstandigheden in Nederland en in het Verenigd Koninkrijk, hoofdzakelijk als gevolg van de impact van corona en nieuwe contractvormen in het Verenigd Koninkrijk, heeft in 2021 een hernieuwde toets plaatsgevonden op in 2020 verantwoorde bijzondere waardeverminderingen (zie noot 14).

Continuïteitsveronderstelling

De Groep heeft de jaarrekening voor het boekjaar 2021 opgesteld op basis van het continuïteitsbeginsel, dat uitgaat van de continuïteit van de lopende bedrijfsactiviteiten en de realisatie van activa en de afwikkeling van de verplichtingen in het kader van de normale bedrijfsuitoefening.

De Groep heeft financiële prognoses opgesteld voor de twaalf maanden vanaf de datum van goedkeuring van deze jaarrekening, waarbij ook een schatting van de aanhoudende bedrijfsimpact van corona is opgenomen. De Groep heeft geconcludeerd dat het gepast is om de jaarrekening op te stellen op basis van het continuïteitsbeginsel en dat er geen sprake is van een materiële onzekerheid. Om tot deze conclusie te komen heeft de Groep verschillende scenario’s doorgerekend en is er in elk van de scenario’s ruimte voor eventuele tegenvallende opbrengsten en/of uitgaven.

Met betrekking tot de verwachte kasstroom en de risico’s voortvloeiend uit de operatie Abellio en afronding c.q. overdacht van concessies zijn conservatieve schattingen gemaakt en opgenomen in de liquiditeitsprognoses. Voor wat betreft Duitsland zijn inschattingen gemaakt voor verwachte uitstroom van middelen benodigd voor de afronding van het ingezette insolventieproces en afwikkeling en/of overdracht van concessies. Door de gewijzigde contractvormen in het Verenigd Koninkrijk, waarbij het omzetrisico beperkt is voor Abellio, zijn de toekomstige liquiditeitsrisico’s uit de normale bedrijfsvoering beperkt. Zie paragraaf “Impact van corona en belangrijke (resultaat) ontwikkelingen”.

De belangrijkste uitgangspunten en onzekerheden in de liquiditeitsprognose met betrekking tot de Groep hebben verder betrekking op:

  • tegenvallers in reizigersopbrengsten. Tot en met tenminste 31 augustus 2022 worden deze voor 93% van de in aanmerking komende kosten (geïndexeerd kostenniveau 2019) onder aftrek van de reizigersopbrengsten gedekt door de beschikbaarheidsvergoeding OV;

  • voor de periode na 31 augustus 2022 wordt verwacht dat voor achterblijvende reizigersopbrengsten een vorm van beschikbaarheidsvergoeding worden verstrekt. De aard en omvang van deze regeling is nog niet bekend;

  • timing van de ontvangst van de afrekening van de beschikbaarheidsvergoeding over 2020 en 2021 én voorschotten over 2022 waarbij de Groep ervan uitgaat dat deze volledig worden ontvangen in de periode van de financiële prognose. Dit betreft een bedrag van circa € 1.058 miljoen;

  • het studenten OV contract wordt in zijn reguliere vorm voortgezet en deze opbrengsten voor 2023 worden volledig vooruitontvangen in de periode van de financiële prognose;

  • timing van investeringen in nieuw materieel (met name ICNG);

  • er zijn inschattingen gemaakt voor verwachte uitstroom van middelen benodigd voor de afronding van het ingezette insolventieproces en afwikkeling en/of overdracht van concessies in Duitsland.

De voor de Groep beschikbare liquiditeiten (exclusief de van Eneco ontvangen zekerheden uit hoofde van een Credit Support Agreement onder het energiecontract ten behoeve van het Nederlandse hoofdrailnet van € 313 miljoen én de geldmarktfondsen) bedraagt 2021 € 367 miljoen. Hiernaast kan de Groep gebruik maken van kredietfaciliteiten van € 545 miljoen en is in december 2021 een financieringsfaciliteit getekend waaronder tot 17 december 2024 één of meerdere langlopende lening(en) aangetrokken kan worden voor een maximaal cumulatief bedrag van € 250 miljoen. Bovendien verwacht de Groep gebruik te kunnen maken van alternatieve financieringsmogelijkheden als de situatie dat vereist.

Op basis van voorgenoemde komt de Groep tot de conclusie dat het gepast is om de jaarrekening op te stellen op basis van het continuïteitsbeginsel en er geen sprake is van een materiële onzekerheid.

Deconsolidatie

Op 30 juni 2021 heeft de Duitse rechtbank het verzoek van het management van Abellio GmbH en haar dochtervenootschappen om "Schutzschirmverfahren” toe te passen goedgekeurd en is deze insolventieprocedure naar Duits recht voor ieder van deze rechtspersonen in gang gezet. De beslissing van de Duitse insolventierechter, waarbij de aanvragen voor insolventieprocedures zijn aanvaard, hebben geleid tot verlies van zeggenschap als aandeelhouder over alle groepsmaatschappijen van Abellio GmbH. Ingevolge de beslissingen van de rechtbank staat het management van deze rechtspersonen onder toezicht van een door de rechtbank aangestelde ‘trustee’. Aangezien niet langer aan de consolidatiecriteria van IFRS 10 wordt voldaan, heeft de Groep alle Duitse groepsmaatschappijen die deel uitmaken van de insolventieprocedure met ingang van 30 juni 2021 gedeconsolideerd.

De volgende balansposten zijn per 30 juni 2021 gedeconsolideerd (exclusief intercompany lening):

(in miljoenen euro's)

30 juni 2021

Activa

 

Materiële vaste activa

66

Immateriële vaste activa

82

Gebruiksrechten vaste activa

909

Latente belastingvorderingen

42

Totaal vaste activa

1.099

  

Voorraden

23

Debiteuren en overige vorderingen

460

Geldmiddelen en kasequivalenten

35

Totaal vlottende activa

518

  

Totaal activa

1.617

  

Verplichtingen

 

Leaseverplichtingen

895

Voorzieningen

59

Latente belastingverplichtingen

17

Totaal langlopende verplichtingen

971

  

Leaseverplichtingen

98

Crediteuren en overige schulden

446

Voorzieningen

56

Totaal kortlopende verplichtingen

600

  

Totaal verplichtingen

1.571

De winst- en verliesrekening van Abellio Duitsland tot en met 30 juni 2021 is hieronder opgenomen.

(in miljoenen euro's)

t/m 30 juni 2021

  

Opbrengsten

378

Additionele bijdragen overheden in verband met corona

-

Totaal opbrengsten

378

  

Kosten personeel

84

Afschrijvingskosten en bijzondere waardeverminderingen

50

Verbruik grond- en hulpstoffen en voorraden

29

Geactiveerde productie eigen bedrijf

-

Kosten van uitbesteed werk en andere externe kosten

33

Infraheffing en concessievergoeding

172

Overige bedrijfslasten

32

Bedrijfslasten

400

  

Resultaat uit bedrijfsactiviteiten

-22

Financieringsbaten

-

Financieringslasten

-8

Nettofinancieringsresultaat

-8

Resultaat voor winstbelastingen

-30

Winstbelasting

-

Resultaat over de verslagperiode

-30

Op het moment van deconsolidatie heeft NS de reële waarde van Abellio GmbH ingeschat in het kader van de waardering van het aandelenbelang per 30 juni 2021. De deelneming is op dat moment gewaardeerd op nul en er zijn aanvullende voorzieningen getroffen die zijn toegelicht onder noot 29 voorzieningen.

Met ingang van 1 oktober 2021 zijn, na goedkeuring van de rechtbank, definitieve insolventieprocedures gestart waarmee per entiteit een herstructureringsplan in gang gezet is. Het voorgaande heeft ertoe geleid dat NS als aandeelhouder per 1 oktober 2021 geen invloed van betekenis meer kan uitoefenen op Abellio GmbH en haar dochtervennootschappen. Het kapitaalbelang voldoet per 1 oktober 2021 niet meer aan de definitie van een actief aangezien geen recht meer bestaat op economische voordelen.

De Groep heeft overeenstemming bereikt met de concessieverleners van de concessies in Westfalenbahn over de voorwaarden voor de voortzetting van de concessies. De Groep heeft zich gecommitteerd aan de verwerving van de aandelen van de vennootschappen Westfalenbahn GmbH en PTS GmbH. Voor de verwerving van deze aandelen heeft de Groep voor Westfalenbahn GmbH en PTS GmbH respectievelijk € 9 miljoen en € 1,75 miljoen betaald in december 2021. Deze vooruitbetalingen op aandelen zijn per 31 december 2021 gewaardeerd tegen reële waarde met waardeveranderingen via de winst- en verliesrekening. Deze reële waarde is vastgesteld op basis van verwachte kasstromen uit de over te nemen vennootschappen.

De feitelijke aandelenoverdracht kan pas geëffectueerd worden op het moment dat de insolventieprocedures van de desbetreffende vennootschappen zijn afgerond. De aandelen van PTS GmbH heeft in januari 2022 plaatsgevonden en de aandelen van Westfalenbahn GmbH zullen eind februari 2022 worden geleverd. Op dat moment heeft de Groep de aandelen verkregen en is zeggenschap ontstaan over deze vennootschappen. De onderneming Baden-Württemberg is per 1 januari 2022 overgedragen aan een andere partij en daarmee is het insolventieproces voor die onderneming afgerond. De concessie Nordrhein-Westfalen wordt overdragen aan andere partijen en de vennootschap blijft daarmee in een insolventieprocedure. De vennootschap Abellio GmbH blijft eveneens in de insolventieprocedure. De afronding van deze procedures zullen mogelijk een aanzienlijke tijd vergen en de uitkomst is met onzekerheden omgeven. Voor verwachte uitstroom van middelen in het kader van de afwikkeling heeft de Groep voorzieningen getroffen die zijn toegelicht in noot 29.

Nieuwe standaarden en wijzigingen in standaarden die verplicht zijn met ingang van 2021

De Groep heeft met ingang van 1 januari 2021 de volgende nieuwe standaarden en wijzigingen op standaarden aangehouden, met inbegrip van alle daaruit voortvloeiende wijzigingen in overige standaarden. Deze nieuwe of aangepaste standaarden hebben geen significante impact op de geconsolideerde jaarrekening van de Groep gehad:

  • Wijzigingen in IFRS 4 Verzekeringscontracten - uitstel van IFRS9 (per 1 januari 2021)

  • Wijzigingen in IFRS 9, IAS 39, IFRS 7, IFRS 4 en IFRS 16 Rentebenchmark Hervorming - Fase 2 (per 1 januari 2021)

  • Wijzigingen in IFRS 16 Leaseovereenkomsten: Covid-19-gerelateerde huurconcessies na 30 juni 2021 (per 1 april 2021)

Nieuwe standaarden en wijzigingen in standaarden die verplicht zijn met ingang van 2022 of later

De Groep heeft geen nieuwe standaarden, wijzigingen van bestaande standaarden of interpretaties vervroegd vrijwillig toegepast die pas met ingang van de jaarrekening over 2022 of later verplicht zijn.

De volgende nieuwe of aangepaste standaarden hebben geen significante impact op de geconsolideerde jaarrekening van de Groep:

  • Wijzigingen in IAS 1 Presentatie van de jaarrekening: Classificatie van verplichtingen als kortlopend of langlopend en Classificatie van verplichtingen als kortlopend of langlopend - Uitstel van ingangsdatum (per 1 januari 2023)

  • Wijzigingen in IAS 1 Presentatie van de jaarrekening en IFRS Practice Statement 2: Informatieverschaffing over de grondslagen voor financiële verslaggeving (per 1 januari 2023)

  • Wijzigingen in IAS 8 Grondslagen voor financiële verslaggeving, schattingswijzigingen en Schattingen en Fouten: Definitie van boekhoudkundige schattingen (per 1 januari 2023)

  • Wijzigingen in IAS 12 Winstbelastingen: Uitgestelde belastingen met betrekking tot activa en verplichtingen die voortvloeien uit één enkele transactie (per 1 januari 2023)

  • Wijzigingen in IFRS 3 Bedrijfscombinaties; IAS 16 Materiële vaste activa; IAS 37 Voorzieningen, voorwaardelijke verplichtingen en voorwaardelijke activa; en jaarlijkse verbeteringen 2018-2020 (per 1 januari 2022)

  • IFRS 17 Verzekeringscontracten; inclusief wijzigingen aan IFRS 17 (per 1 januari 2023)

Schattingen en beoordelingen

De opstelling van de jaarrekening vereist dat de raad van bestuur oordelen vormt en schattingen maakt die van invloed zijn op de toepassing van grondslagen en de gerapporteerde waarde van activa en verplichtingen en van baten en lasten. De schattingen en hiermee verbonden veronderstellingen zijn gebaseerd op ervaringen uit het verleden en verschillende andere factoren die, gegeven de omstandigheden, als redelijk worden beschouwd. De daadwerkelijke uitkomsten kunnen afwijken van deze schattingen. De schattingen en onderliggende veronderstellingen worden periodiek beoordeeld. Herzieningen van schattingen worden verwerkt in de periode waarin de schatting wordt herzien, of in toekomstige perioden indien de herziening daar betrekking op heeft.

De belangrijkste schattingen en beoordelingen betreffen:

  • continuïteitsveronderstelling (zoals hiervoor is opgenomen in de paragraaf “Continuïteitsveronderstelling”);

  • bijzondere waardeverminderingen (noot 3 en 14);

  • infraheffing en concessievergoedingen (noot 7);

  • afwikkeling van de insolventieprocedure van Abellio Duitsland en vooruitbetalingen op over te nemen aandelen (paragraaf “Deconsolidatie”);

  • latente belastingvorderingen (noot 10);

  • debiteuren en overige vorderingen (noot 17);

  • voorziening voor beëindigingsvergoedingen/netto-activa betalingen (noot 29).

  • overige voorzieningen (waaronder voor afwikkeling Duitsland)/niet in de balans opgenomen regelingen (noot 29 en noot 31);

De hierna uiteengezette grondslagen voor financiële verslaggeving zijn consistent toegepast voor de gepresenteerde perioden in deze geconsolideerde jaarrekening.

Grondslagen voor consolidatie

Dochterondernemingen

De Groep heeft zeggenschap over een entiteit indien zij op basis van haar betrokkenheid bij de entiteit is blootgesteld aan, dan wel recht heeft op, variabele rendementen en het vermogen heeft die rendementen te beïnvloeden aan de hand van haar zeggenschap over de entiteit. De jaarrekeningen van dochterondernemingen zijn in de geconsolideerde jaarrekening opgenomen vanaf de datum waarop voor het eerst sprake is van zeggenschap tot aan het moment waarop deze eindigt.

Bij verlies van zeggenschap over de dochteronderneming worden de activa en verplichtingen van die dochteronderneming, eventuele minderheidsbelangen en overige met de dochteronderneming samenhangende vermogenscomponenten niet langer in de balans verantwoord. Het eventuele overschot of tekort wordt opgenomen in de winst- en verliesrekening. Indien de Groep een belang behoudt in de voormalige dochteronderneming dan wordt dat belang tegen de reële waarde verantwoord per de datum dat niet langer sprake is van zeggenschap.

Verwerving van dochterondernemingen

Bedrijfscombinaties worden verwerkt op basis van de overnamemethode per de datum waarop de zeggenschap overgaat naar de Groep. De voor de overname overgedragen vergoeding wordt gewaardeerd tegen reële waarde, evenals de netto identificeerbare verworven activa. Eventuele goodwill die hieruit voortvloeit wordt jaarlijks getoetst op bijzondere waardeverminderingen. Eventuele boekwinst uit een voordelige koop wordt direct in de winst- en verliesrekening opgenomen. Transactiekosten worden opgenomen wanneer zij worden gemaakt.

Eliminatie van transacties bij consolidatie

Intragroepssaldi en -transacties, alsmede eventuele niet-gerealiseerde winsten en verliezen op transacties binnen de Groep of baten en lasten uit dergelijke transacties, worden geëlimineerd. Niet-gerealiseerde winsten uit hoofde van transacties met investeringen verwerkt volgens de equity-methode worden geëlimineerd naar rato van het belang dat de Groep in de investering heeft. Niet-gerealiseerde verliezen worden op dezelfde wijze geëlimineerd als niet-gerealiseerde winsten, maar alleen voor zover er geen aanwijzing is voor een bijzondere waardevermindering.

Vreemde valuta

Transacties in vreemde valuta

Transacties luidend in vreemde valuta worden in de betreffende functionele valuta van de groepsentiteiten omgerekend tegen de geldende wisselkoers per transactiedatum. In vreemde valuta luidende monetaire activa en verplichtingen worden per balansdatum in de functionele valuta omgerekend tegen de op die datum geldende wisselkoers. In vreemde valuta luidende niet-monetaire activa en verplichtingen die tegen reële waarde worden gewaardeerd worden naar de functionele valuta omgerekend tegen de wisselkoersen die golden op de data waarop de reële waarden werden bepaald. In vreemde valuta luidende niet-monetaire activa en verplichtingen die op basis van historische kosten worden gewaardeerd worden niet opnieuw omgerekend.

De bij omrekening optredende valutakoersverschillen van de volgende posten worden verwerkt in niet-gerealiseerde resultaten:

  • financiële verplichtingen die worden aangemerkt als afdekking van de netto-investering in een buitenlandse activiteit;

  • in aanmerking komende kasstroomafdekkingen voor zover de afdekking effectief is.

Buitenlandse activiteiten

De activa en verplichtingen van buitenlandse activiteiten, met inbegrip van goodwill en bij consolidatie ontstane reële-waardecorrecties, worden in euro’s omgerekend tegen de geldende koers per verslagdatum. De opbrengsten en kosten van buitenlandse activiteiten worden in euro’s omgerekend tegen de gemiddelde wisselkoers, die de wisselkoers op transactiedatum benadert.

Valutaomrekeningsverschillen worden opgenomen in niet gerealiseerde resultaten en verwerkt in de reserve omrekeningsverschillen. Indien de Groep bij de verkoop van een buitenlandse activiteit de zeggenschap, de invloed van betekenis of een gezamenlijke zeggenschap verliest, dan wordt het cumulatieve bedrag in de reserve omrekeningsverschillen overgeboekt naar de winst of het verlies wanneer de winst of het verlies op de verkoop wordt opgenomen. Indien de Groep slechts een deel van haar belang in een dochter verkoopt, terwijl de Groep wel de zeggenschap houdt, dan wordt het desbetreffende evenredige deel van het cumulatieve bedrag opnieuw toegerekend aan het minderheidsbelang. Indien de Groep slechts een deel van haar belang in een geassocieerde deelneming of joint venture verkoopt, terwijl de Groep wel invloed van betekenis of gezamenlijke zeggenschap houdt, dan wordt het desbetreffende evenredige deel van het cumulatieve bedrag overgeboekt naar de winst- en verliesrekening.

Bepaling reële waarde

Een aantal grondslagen en de informatieverschaffing van de Groep vereisen de bepaling van de reële waarde van zowel financiële als niet-financiële activa en verplichtingen. Voor waarderings- en informatieverschaffingsdoeleinden is de reële waarde op basis van de volgende methoden bepaald:

Vastgoedobjecten

Gezien de aard, diversiteit en locaties (stationsomgevingen) wordt de reële waarde van de vastgoedportefeuille niet periodiek bepaald, tenzij sprake is van indicaties op een bijzondere waardevermindering. Naar verwachting ligt de reële waarde hoger dan de boekwaarde van de vastgoedobjecten. Vastgoedobjecten worden gewaardeerd tegen kostprijs verminderd met cumulatieve afschrijvingen en cumulatieve bijzondere waardeverminderingsverliezen.

Beleggingen in financiële vaste activa

De reële waarde van schuldinvesteringen wordt bepaald op basis van de prijs per verslagdatum. De reële waarde aandeleninvestering (Eurofima) wordt bepaald op basis van de laatst beschikbare jaarrekening. 

Vooruitbetalingen op aandelen

De reële waarde van vooruitbetalingen op aandelen PTS en Westfalenbahn zijn bepaald aan de hand van verwachte toekomstige kasstromen van deze entiteiten.

Derivaten

De reële waarde van derivaten wordt gevormd op basis van afgeleide marktnoteringen, waarbij rekening wordt gehouden met de actuele rente en de ingeschatte kredietwaardigheid van de tegenpartijen van het contract.

Niet-afgeleide financiële verplichtingen

De reële waarde van niet-afgeleide financiële verplichtingen wordt bepaald ten behoeve van de informatieverschaffing en berekend op basis van de contante waarde van toekomstige aflossingen en rentebetalingen, gedisconteerd tegen de marktrente per verslagdatum.

Gesegmenteerde informatie

De Groep is niet verplicht te voldoen aan de eisen van IFRS 8 vanwege het feit dat geen sprake is van een beursnotering. Om te voldoen aan de eisen van de Nederlandse wet- en regelgeving is segmentinformatie naar geografisch gebied opgenomen ten aanzien van omzet en fte’s.

Grondslagen geconsolideerd kasstroomoverzicht

Het kasstroomoverzicht wordt opgesteld via de indirecte methode en is opgesteld aan de hand van de vergelijking tussen begin- en eindbalans van het betreffende boekjaar. Hierbij wordt het resultaat aangepast voor mutaties die niet hebben geleid tot ontvangsten of uitgaven gedurende het boekjaar.

Toevoegen aan verslag
Print pagina