24. Overige financiële activa, inclusief beleggingen
(in miljoenen euro's) | 31 december 2022 | 31 december 2021 | Waarderingsgrondslag |
Tot de vaste activa behorende overige financiële activa | |||
Belang in Eurofima | 90 | 89 | Reële waarde verwerkt via totaalresultaat - aandeleninvestering |
Belang in obligaties | 27 | 25 | Reële waarde verwerkt via totaalresultaat - schuldinvestering |
Rente derivaten | 38 | - | Derivaten - reële waarde |
Commodity derivaten | - | 2 | Derivaten - reële waarde |
Overige financiële vaste activa | 42 | 15 | Geamortiseerde kostprijs |
Totaal | 197 | 131 | |
Tot de vlottende activa behorende overige financiële activa | |||
Belang in geldmarktfondsen | 745 | 448 | Reële waarde verwerkt via resultaat |
Overige financiële vaste activa | - | 24 | Geamortiseerde kostprijs |
Commodity derivaten | - | 6 | Derivaten - reële waarde |
Totaal | 745 | 478 |
Het belang in Eurofima wordt gewaardeerd tegen de reële waarde. De nettovermogenswaarde op basis van de laatst beschikbare jaarrekening van dit belang is daarbij gehanteerd als beste benadering van de reële waarde.
De in de balans opgenomen boekwaarden van financiële activa en verplichtingen wijken niet materieel af van de reële waarde.
De rentederivaten zijn forward starting swaps ter afdekking van het renterisico op toekomstige financiering (zie noot 27).
De hoogte van het belang in geldmarktfondsen moet in samenhang worden gezien met de omvang van de liquide middelen. De keuze voor het instrument geldmarktfonds, dat zeer liquide is en daarmee dagelijks opvraagbaar, om overtollige middelen aan te houden hangt samen met een gewenste diversificatie van middelen alsmede de verwachtingen van het moment waarop middelen ingezet moeten worden.
Waarderingsgrondslag
Leningen, vorderingen en deposito’s worden door de Groep bij eerste opname verwerkt op de datum waarop ze ontstaan. Bij alle overige financiële activa vindt eerste opname plaats op transactiedatum. De Groep neemt een financieel actief niet op in de balans als de contractuele rechten op de kasstromen uit het actief zijn afgelopen. Als de Groep de contractuele rechten op de ontvangst van de kasstromen uit het financieel actief overdraagt door middel van een transactie waarbij nagenoeg alle aan het eigendom van dit actief verbonden risico’s en voordelen worden overgedragen noch worden behouden, en zeggenschap over het overgedragen actief evenmin wordt behouden, neemt de Groep het financieel actief niet meer op in de balans. Indien de Groep een belang behoudt of creëert in de overgedragen financiële activa, dan wordt dit belang afzonderlijk als actief of verplichting opgenomen.
De Groep neemt een financiële verplichting niet langer op in de balans als de contractuele verplichtingen worden kwijtgescholden, geannuleerd of verlopen.
Financiële activa en verplichtingen worden gesaldeerd, en het resulterende nettobedrag wordt uitsluitend in de balans gepresenteerd, indien de Groep een wettelijk afdwingbaar recht heeft op deze verrekening en indien zij voornemens is om te verrekenen op netto basis dan wel het actief en de verplichting gelijktijdig te realiseren.
De Groep maakt gebruik van de volgende financiële instrumenten:
Niet-afgeleide financiële instrumenten
Niet-afgeleide financiële instrumenten omvatten investeringen in aandelen, deposito’s en obligaties, debiteuren en overige vorderingen, geldmiddelen en kasequivalenten. Niet-afgeleide financiële instrumenten worden bij eerste opname verwerkt tegen reële waarde. Na de eerste opname worden niet-afgeleide financiële instrumenten op de hierna beschreven manier gewaardeerd.
Financiële activa tegen reële waarde via het resultaat (waaronder geldmarktfondsen)
Deze activa worden vervolgens gewaardeerd tegen reële waarde. Netto winsten en verliezen, inclusief eventuele rente- of dividendinkomsten, worden opgenomen in de winst- en verliesrekening.
Financiële activa tegen geamortiseerde kostprijs
Deze activa worden vervolgens gewaardeerd tegen geamortiseerde kostprijs met behulp van de effectieve rentemethode. De geamortiseerde kostprijs wordt verminderd met bijzondere waardeverminderingsverliezen. Rente-inkomsten, wisselkoerswinsten en -verliezen en bijzondere waardeverminderingen worden opgenomen in de winst- en verliesrekening. Elke winst of verlies als gevolg van verwijdering van de balans wordt opgenomen in de winst- en verliesrekening.
Reële waarde verwerkt via totaalresultaat - schuldinvestering
Deze activa worden vervolgens gewaardeerd tegen reële waarde. Rentebaten worden berekend op basis van de effectieve rentemethode, wisselkoerswinsten en -verliezen en bijzondere waardeverminderingen worden opgenomen in de winst- en verliesrekening. Andere netto winsten en verliezen worden opgenomen in het totaalresultaat. Bij het niet langer opnemen worden de winsten en verliezen die zijn gecumuleerd in het totaalresultaat geherclassificeerd naar de winst- en verliesrekening.
Reële waarde verwerkt via totaalresultaat - aandeleninvestering (belang in Eurofima)
Deze activa worden vervolgens gewaardeerd tegen reële waarde. Dividenden worden opgenomen als opbrengsten in de winst- en verliesrekening, tenzij het dividend duidelijk neerkomt op een herstel van een deel van de kosten van de investering. Andere netto winsten en verliezen worden opgenomen in het totaalresultaat en worden nooit geherclassificeerd naar de winst- en verliesrekening.
Bijzondere waardeverminderingen financiële activa
Op iedere verslagdatum wordt van een financieel actief beoordeeld of het actief een bijzondere waardevermindering heeft ondergaan op basis van verwachte kredietverliezen.
De Groep boekt een voorziening voor verwachte kredietverliezen voor alle schuldinstrumenten die niet worden aangehouden tegen reële waarde met verwerking van waardeveranderingen in de winst- en verliesrekening. De verwachte kredietverliezen zijn gebaseerd op het verschil tussen de contractuele kasstromen volgens het contract en alle kasstromen die de Groep verwacht te ontvangen, verdisconteerd tegen een benadering van de oorspronkelijke effectieve rentevoet.
Belangrijke financiële activa worden individueel op bijzondere waardevermindering getoetst. De overige financiële activa worden ondergebracht in groepen met vergelijkbare kredietrisicokenmerken en collectief beoordeeld.
Reële waarde
Bij obligaties is de reële waarde berekend aan de hand van beschikbare actuele marktprijzen/slotkoersen. Het belang in Eurofima wordt in principe gewaardeerd tegen de reële waarde. De nettovermogenswaarde van dit belang is daarbij gehanteerd als beste benadering van de reële waarde.
Bij het bepalen van de waarde van renteswaps, valutaderivaten en geldmarktfondsen gebruikt de Groep waarderingstechnieken waarbij alle significante benodigde gegevens zijn ontleend aan zichtbare marktgegevens (Niveau 2).
Het met de overige beleggingen samenhangende krediet-, valuta- en renterisico van de Groep wordt nader toegelicht in noot 27.