19. Debiteuren en overige vorderingen
(in miljoenen euro's) | 31 december 2022 | 31 december 2021 |
Debiteuren | 276 | 192 |
Nog te factureren opbrengsten | 130 | 182 |
Overige belastingen en sociale lasten | 36 | 89 |
Overige vorderingen | 234 | 756 |
Totaal | 676 | 1.219 |
Onder de debiteuren en overige vorderingen is een bedrag opgenomen van €117 miljoen (2021: € 493 miljoen) met betrekking tot ProRail en Rijksoverheid. Van dit bedrag ziet € 69 miljoen (2021: € 481 miljoen) toe op te ontvangen beschikbaarheidsvergoeding OV in Nederland (zie noot 3).
De ouderdomsopbouw van de debiteuren op de verslagdatum was als volgt:
(in miljoenen euro's) | 31 december 2022 | 31 december 2021 | ||
Bruto | Voorzien | Bruto | Voorzien | |
Nog niet opeisbaar | 240 | 2 | 120 | 5 |
Opeisbaar 0-30 dagen | 28 | 6 | 65 | 13 |
Opeisbaar 31-120 dagen | 8 | - | 72 | 59 |
Opeisbaar 121-180 dagen | 2 | - | 8 | 3 |
Opeisbaar 181-360 dagen | 3 | - | 6 | 3 |
Opeisbaar meer dan een jaar | 5 | 2 | 8 | 4 |
Totaal | 286 | 10 | 279 | 87 |
Bijzondere waardeverminderingsverliezen
Mutaties in de voorziening voor bijzondere waardeverminderingen met betrekking tot debiteuren gedurende het jaar waren als volgt:
(in miljoenen euro's) | 2022 | 2021 |
Stand per 1 januari | 87 | 59 |
Toevoegingen | 10 | 76 |
Verbruik | -11 | -39 |
Vrijval | -64 | -12 |
Aangehouden voor verkoop | -8 | - |
Koersverschillen | -4 | 3 |
Stand per 31 december | 10 | 87 |
De vrijval van de voorziening voor bijzondere waardeverminderingen hangt met name samen met de beëindiging van een conflict met een leverancier in het Verenigd Koninkrijk. Het resultaat is verantwoord in het resultaat uit beëindigde bedrijfsactiviteiten.
Overige vorderingen
De Groep heeft voor de verwerving van de aandelen in WestfalenBahn GmbH en PTS GmbH respectievelijk € 9 miljoen en € 1,75 miljoen betaald in december 2021. Deze vooruitbetalingen op aandelen zijn per 31 december 2021 gewaardeerd tegen reële waarde met waardeveranderingen via de winst- en verliesrekening en zijn voor WestfalenBahn vastgesteld op een waarde van nihil. De reële waarde is vastgesteld op basis van verwachte kasstromen uit de over te nemen vennootschappen. Deze reële waarde is vervolgens in 2022 meegenomen in het opgeofferd bedrag bij de feitelijke overname van de aandelen (zie noot 1). Op dat moment is gebleken dat de afwaardering van WestfalenBahn volledig teruggenomen diende te worden.
Waarderingsgrondslag
De debiteuren en overige vorderingen worden bij eerste opname gewaardeerd tegen reële waarde plus eventuele direct toerekenbare transactiekosten. Na eerste opname worden deze gewaardeerd tegen geamortiseerde kostprijs met behulp van de effectieve-rentemethode.
De Groep vormt een voorziening voor bijzondere waardeverminderingen ter grootte van de verwachte kredietverliezen uit hoofde van handels- en overige vorderingen. De belangrijkste onderdelen van deze voorziening zijn een specifieke verliesvoorziening voor afzonderlijke belangrijke posities en een collectieve verliesvoorziening voor groepen vergelijkbare activa in verband met verliezen die worden verwacht, maar nog niet zijn geïdentificeerd. De collectieve verliesvoorziening wordt bepaald op basis van historische betalingsgegevens voor vergelijkbare financiële activa.
Voorzieningen met betrekking tot debiteuren worden getroffen indien sprake is van een bijzondere waardevermindering, tenzij de Groep er zeker van is dat het onmogelijk is het verschuldigde bedrag terug te krijgen. In dat laatste geval wordt het bedrag aangemerkt als oninbaar en direct afgeboekt ten laste van het betreffende financiële actief.